1156 9 JUNI 1983 öe heer HENDRICKS: Dat zei ik ook. Indien de initiatiefnemer contact met de andere fracties had opgenomen had dit kunnen leiden tot een overleg, mogelijk ook met het college, waardoor wellicht de huidige situatie had kunnen worden voorkomen. In ieder geval zou mijns inziens het tussentijds stre ven naar een oplossing aanbevelswaardig zijn ge weest. Niettemin willen wij, hoewel dat overleg niet heeft plaatsgevonden, vanwege het belang van de zaak het interpellatieverzoek steunen. De heer DE WAAL: De P.S.P. wil het interpel latieverzoek eveneens ondersteunen, ook al vinden wij een interpellatie een vrij zwaar wapen dat voorzichtig moet worden gehanteerd, wat overigens ook voor kernwapens geldt. De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heer De Werd zijn interpellatieverzoek niet wenst in te trekken en dat ook de V.V.D. ertoe bereid is het houden van de interpellatie toe te staan. De raad heeft inmiddels van de inhoud van de interpellatie kennis genomen. Namens het college mag ik thans op de gestelde vragen antwoorden. De eerste vraag luidt: "Wat is de reden ge weest van het collegebesluit om niet deel te nemen aan de genoemde conferentie?" Het antwoord daarop luidt: tijdsgebrek. Ik wil daarop nog een korte toelichting geven. Vandaag is zoals te doen ge bruikelijk een vergadering van het college van bur gemeester en wethouders gehouden en de raadsverga dering van vanavond had een zekere voorbereiding nodig De tweede vraag luidt als volgt: "Heeft het college unaniem besloten dat er niemand van B. en W. afgevaardigd zou worden naar de conferentie?" Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord, want wij hebben inderdaad unaniem vastgesteld dat wij geen tijd hadden. De derde vraag luidt: "Heeft het college een gemotiveerd besluit genomen zich door derde(n) te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1156