9 JUNI 1983
1157
laten tegenwoordig op de genoemde conferentie?".
Ik kan hierop met "nee" antwoorden, want die
vraag is in het college niet aan de orde geweest.
Ik hecht er overigens aan te vermelden dat alle
fracties op 18 mei onzerzijds zijn geïnformeerd
over de mogelijkheid voor raadsleden om aan de
conferentie deel te nemen.
Voor zover door de vraagstelling de suggestie
zou kunnen worden gewekt dat ons college niet in
het vraagstuk als zodanig geïnteresseerd is, zou
die suggestie onjuist zijn.
Voorts kan ik in de richting van de heer
Dreef opmerken dat hedenmorgen de antwoorden op de
vragen van de Partij van de Arbeid-fractie zijn
vastgesteld. Wij hebben die antwoorden nog even
vastgehouden om te kunnen bekijken of die beant
woording met onze beantwoording van vanavond
klopt. Je weet namelijk maar nooit!
De heer DE WERD: Ik wil proberen in een paar
minuten een reactie op de beantwoording te geven,
want ik zal het voorstel van mevrouw Van Rooij
volgen om nu niet op de problematiek van de kern
wapens in te gaan.
Het college geeft aan dat het geen tijd had
om de conferentie bij te wonen, maar dat het wel
in de materie als zodanig geïnteresseerd is. Het
eerste schrijven van de initiatiefgroep aan het
college is gedateerd 28 februari; dat dateert dus
al van geruime tijd geleden. In dat schrijven werd
gevraagd of burgemeester en wethouders op de con
ferentie tegenwoordig zouden kunnen zijn of zich
zouden kunnen laten vertegenwoordigen. Er wordt
nu, enige maanden later, gesteld dat het college
geen tijd had en ik vind dat toch wel een argu
mentatie-achteraf. Ik heb ook de indruk dat op
24 maart in het college nauwelijks over dit punt
is gepraat. Vermoedelijk is alleen de vraag ge
steld of iemand naar de conferentie toe wilde gaan,
waarop ontkennend werd geantwoord. Blijkbaar werd
dit punt zo onbelangrijk geacht, dat het niet eens