9 JUNI 1983
1159
den. conferentie niet voldoende belangrijk vonden om
bur- iemand daarheen af te vaardigen. Het kan zijn dat
,fe- deze bijeenkomst de leden van het college helemaal
s door het hoofd is geschoten, waarbij ik dan even-
is, eens vraagtekens moet plaatsen.
ie-
m. De VOORZITTER: Ik persisteer bij de beant-
:on- woording van de vragen.
;voe- Kennelijk leeft bij de heer De Werd het mis-
:na- verstand dat binnen het college niet over deze
iet uitnodiging is gepraat. Ik kan hem zeggen dat dit
iwing wél is gebeurd.
ge- Voorts wil ik opmerken dat men niet op grond
[ie van onze fysieke aan- of afwezigheid bij een zo-
het danige studiedag onze interesse ten aanzien van
teid dit belangrijke vraagstuk kan peilen. Wij hebben
•ijk op andere wijze van die interesse getuigd, met
[rijk name via onze beantwoording van de over dit on-
er derwerp gestelde vragen bij de begrotingsbehande-
>n. ling, de toezending van de notitie en de toezeg-
>e- ging dat in de raad over deze kwestie zal worden
ver- gepraat,
tnde-
lt De heer DE WERD: Ik heb in eerste instantie
i de al gezegd dat de notitie zeer onvolledig is
)en
:iek De VOORZITTER: We gaan nu niet over de noti-
vind. tie praten, mijnheer De Werd, we praten uitslui-
deze tend over uw interpellatie.
ran
;n is. De heer DE WERD: U wees op de toegezegde no
titie die voor u mede een reden vormde om de
re- conferentie niet te bezoeken. Ik wil nu niet op
con- die notitie ingaan, maar wel opmerken dat zij zeer
i be- onvolledig isEr had additionele informatie kun
nen worden verstrekt, onder meer met betrekking
wil tot de vraag hoe besturen met de problematiek van
3 de de kernwapens kunnen omgaan. Daarom vind ik het
Lt jammer dat niet tenminste een vertegenwoordiging
iet namens burgemeester en wethouders naar de confe
rs de rentie is gestuurd. Ik wil ik elk geval nog vragen