9 JUN: 1983 1161 betreft de contingenten te geven. Breda is door de rijksoverheid als groeistad aangewezen, met als-taakstelling de bouw van 4.000 huizen ten be hoeve van de migratie. Nu de hoofdingenieur-direc teur als argument gebruikt dat een extra toedeling ten koste zou gaan van de contingenten voor andere gemeenten, wil ik hem hieraan graag herinneren, terwij 1 ik hem tevens wil herinneren aan de zoge naamde groeibrieven van de zijde van de provincie inzake het tegengaan van de zogenaamde suburbani satie in die gemeenten. De C.D.A.-fractie is van mening dat wij met kracht van argumenten in Den Bosch kunnen aankloppen en daar kunnen aandringen op eenzelfde behandeling als de groeistad Helmond ondervindt, inhoudend dat enerzijds op basis van de groeistadfunctie rechtstreeks vanuit Den Haag een contingent wordt toegewezen, terwijl ander zijds kan worden meegedongen bij de toedeling van contingenten vanuit het stadsgewest. Uit de notitie blijkt voorts duidelijk een spanning voor wat betreft de aantallen woningwet woningen en HAT-eenhedenIk ben bang dat wij er met betrekking tot die laatste categorie voor moe ten oppassen dat wij op den duur niet met leeg stand zullen komen te zitten. De heer DE BRUUN: Wanneer wij de notitie le zen kunnen wij niet spreken van een optimistisch beeld. Wij zijn van mening dat het voor de voort gang van het volkshuisvestingsbeleid en de stede- bouwkundige ontwikkeling van een stad als Breda essentieel is dat ons een bepaalde contingentering wordt toegewezen. Die contingentering zou een vol doende aantal moeten inhouden en tijdig bekend moeten zijn, opdat aan de doelstellingen ter zake van de stedebouwkundige ontwikkeling en het volks huisvestingsbeleid kan worden voldaan. Uit dit stuk blijkt een tendens die zich ook landelijk voordoet, namelijk dat de contingenten steeds kleiner worden. Hierdoor dringt de vraag zich op op welke manier wij verder moeten en in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1161