1162
9 JUNI 1983
welke richting dat kan gebeuren. Mevrouw Van Rooij
heeft al iets over de groeistadfunctie gezegd.
Krachtig pleiten bij de rijksoverheid voor een
groter aantal woningen en een groter contingent is
nuttig en noodzakelijk, maar tevens gebiedt de
werkelijkheid ons de consequenties van de nu uit
gestippelde koers van het rijk naar onze gemeente
te vertalen. De koerswijzigingen, zowel landelijk
als plaatselijk, worden met name financieel be
paald, wat onzes inziens voor de ontwikkeling van
een stad een slechte zaak isHet is dan ook van
het grootste belang dat wij noodzakelijke beleids
wijzigingen of wijzigingen in de planvorming ge- -
zamenlijk als raad bediscussiëren en bepalen. Wat
dat betreft zijn wij zeer ongelukkig met de be
slissing van het college inzake uitstel met be
trekking tot de bebouwing bij het Vlaszak.
Wij zijn blij met de toezegging over de op
korte termijn te verwachten bijstelling van het
meerjarenprogramma en wij wachten die met belang
stelling af.
In het begin van mijn verhaal zei ik al dat
ons geen vrolijk toekomstbeeld wordt geboden. Dit
toekomstbeeld nodigt er echter wel toe uit om in
ventief verder te werken en er toch iets van te
maken
De heer SIMONS: De problemen rond de contin
genten zijn inmiddels bekend. Gehoord de geluiden
vanuit Den Haag dat binnenkort geen woningnood
meer zou bestaan, meen ik dat de contingenten al
leen maar groter zouden moeten worden. Ik wil de
wethouder van wonen vragen of het niet zinvol zou
zijn een notitie op te stellen waarin de cijfers
van de woningzoekenden in Breda worden opgenomen,
welke notitie dan naar Den Haag zou moeten worden
gezonden. Wellicht kan dan de minister c.q. de
staatssecretaris op grond daarvan duidelijk maken
hoe volgens hem de woningnood binnenkort kan zijn
opgeheven
Ik wil vervolgens ingaan op enkele hoofdpunten