1168 9 JUNI 1983 De heer DE BRUIJN: De noodzaak tot decentra lisatie van Driekoningenoord is onzes inziens duidelijk, want de onveilige situatie en de ver vuiling zijn een ieder bekend. Daarom willen wij ook van harte aan een goed spreidingsbeleid mee werken. Om dat goede spreidingsbeleid op poten te zetten is gekozen voor een methode waarbij met behulp van criteria wordt gewerkt. In de notitie lezen we op een bepaald punt dat niet aan de cri teria wordt voldaan, terwijl we enkele bladzijden verder lezen dat dit wél het geval is. Volgens mij kan slechts één van de twee juist zijn. Bij de criteria gaat het vooral ook om soci ale aspecten en met betrekking tot de onderhavige locatie wordt een negatieve sociale situatie voor lief genomen. Deze situering zal de eerste jaren een isolerend effect hebben, daar het nog onzeker is of ten noorden van deze locatie zal worden ge bouwd. De bouwgrond aldaar is nog niet in handen van de gemeente en er kan nog niets worden gezegd over de uitkomst van de locatiekeuze-discussie die nog moet plaatsvinden. Eerder vormden negatie ve sociale aspecten een reden om locaties af te wijzen. Daarnaast hebben eventuele gegadigden grote problemen met de onderhavige locatie. Zij hebben een alternatief, maar er wordt beweerd dat dit nog nooit is vernomen. Ook als dat laatste waar is, het lijkt mij het belangrijkste dat het als nog wordt gehoord. Ik ben van mening dat flexibi liteit altijd mogelijk moet zijn en dat ook in dit geval beter ten halve kan worden gekeerd dan ten hele gedwaald. Het is mijns inziens niet zinvol een locatie te plannen waarop de betreffende men sen niet willen staan en waar ze dus als het ware "naartoe gedreven" zouden moeten worden. Beter kan naar onze mening de locatie zodanig worden gesitueerd dat inderdaad in goede harmonie een oplossing kan worden gevonden voor het decentra lisatiebeleid. Het betreft hier een notitie en van de inhoud

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1168