9 JUNI 1983
1181
bepleiten dat dit soort beslissingen in ieder ge
val kort worden besproken, opdat bekend is hoe in
het g.o. daarover wordt gedacht.
De VOORZITTER: In de commissie is al meege
deeld dat wij in overleg met het g.o. hebben afge
sproken dat omtrent zaken waarover in het cen
traal overleg een akkoord is bereikt hier geen
bespreking meer behoeft plaats te vinden, maar ik
ben er te allen tijde toe bereid uw opmerkingen
naar het g.o. door te sluizen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten
10. bijlage nr. 221
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
AANWIJZING VAN DE GEBIEDEN ALS BEDOELD IN AR
TIKEL 3 LID 1 VAN DE WET VAN 26 MAART 1981,
HOUDENDE REGELING VAN HET AGRARISCH GRONDVER-
KEER. (D)
De heer GOOSIndien op een gegeven moment
blijkt dat iets aan de functie zoals die oorspron
kelijk is gedacht moet worden onttrokken, zal
mijns inziens u zult dit vermoedelijk wel met
mij eens zijn—' het college van goeden huize moe
ten komen wanneer het een andere dan een agrari
sche bestemming daaraan wil geven.
De VOORZITTER: Dit was een veronderstelling
van de heer Goos, waarvan acte.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
11. bijlage nr. 222
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VERKOOP VAN HET PAND VAN COOTHPLEIN 56, 56a