1186 9 JUNI 1983 tijdsduur enige opheldering geven? Ik heb het preadvies, het "blauwtje", naast het witte exemplaar gelegd en ik moet u zeggen dat het uiteindelijke raadsvoorstel op mij een nogal uitgeklede indruk heeft gemaakt. Er zijn nogal wat passages weggevallen en ook daarvan wil ik graag de oorzaak weten. Voor het overige kan ik mij aansluiten bij de woorden van de heren Simons en De Werd, want ook wij zouden met een charmante oplossing heel tevre den zijn. Formeel is het collegevoorstel evenwel volledig terecht. Mevrouw PELLIS: Ook de Partij van de Arbeid zal het voorstel van burgemeester en wethouders volgen, want wij moeten inderdaad voorkomen dat precedenten worden geschapen. Er kan wel worden gezegd dat er sprake is van bijzondere omstandig heden, maar daarvan kan altijd wel sprake zijn. Uiteraard zien wij echter graag dat er een mense lijke oplossing wordt gevonden. De heer GOOS: De fractie van het C.D.A. schaart zich eveneens achter uw voorstel. Verder kan de C.D.A.-fractie zich vinden in hetgeen col lega Ton de Zwart in de commissie hierover heeft gezegd. De heer SIMONS: Kunt u vertellen wat dat was? De VOORZITTER: Dat wordt bekend verondersteld, vermoed ik. Wethouder WELSCHEN: Ik weet dat in ieder ge val nog wel. De heer Bokkelkamp vroeg naar de tijdsduur tussen de commissiebehandeling en de behandeling in de raad. Dit voorstel is in de commissie op een bijzondere manier beoordeeld en daarom heb ik het opnieuw in het college gebracht om te vermelden hoe de commissiediscussie was verlopen. Daardoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1186