1188 9 JUNI 1983 de één of andere kennis kan trouwen. Wij vinden echter wel dat wanneer dit voorstel wordt gevolgd geen receptie mag worden gehouden, want dat zien we niet zo zitten! De VOORZITTER: Ik dank de heer De Waal zeer voor deze bijdrage aan de discussie. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 19. bijlage nr. 230 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET INSTEMMEN MET DE WIJZIGING VAN DE STAAN GELDVERORDENING (VERHOGING STAANGELDEN VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA)(R) De heer SIMONS: Met dit voorstel hebben wij één ernstig probleem. Het betreft hier namelijk mede een wijziging van de staangeldverordening voor Driekoningenoord en als er nu één plaats is waar geen verhogingen van de huur voor grond en ruimte de hoogte van die verhoging is in dezen niet belangrijkmogen worden doorgevoerd, is het wel Driekoningenoord, gezien de slechte situatie aldaar die zojuist nog is genoemd in verband met het voorstel over Achter Emer. Tijdens de commis sievergadering noemde de voorzitter van die com missie als argument het uit elkaar drijven van de prijzen op Driekoningenoord en de prijzen voor de nieuwe standplaatsen, maar ik vind dat een onei genlijk argument. Je zou dan ook kunnen zeggen dat alle goedkope oude woningen in Breda zo snel moge lijk in prijs moeten stijgen, opdat de bewoners daarvan naar dure woningen zullen vertrekken. Dat is een redenatie waarmee ik geen enkele kant op kan. Met de verhoging van de staangelden voor de nieuwe locaties kan ik akkoord gaan, maar de voor gestelde verhoging voor Driekoningenoord vind ik onaanvaardbaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1188