1190
9 JUNI 198.3
20. bijlage nr. 231
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM EEN
KREDIET TE VERSTREKKEN VOOR HET INRICHTEN VAN
EEN PUBLIEKSRUIMTE IN DE BEYERD EN VOOR HET
VERBETEREN VAN HET DEPOT KUNSTWERKEN IN HET
GEBOUW HAAGDIJK 144. (vA)
De heer DE BRUIJN: Wij mogen constateren dat
de laatste tijd de Beyerd steeds meer een plaats
begint te vinden in het Bredase. Naast het actieve
beleid dat de directie voert en dat ook zeker in
de toekomst zal moeten worden voortgezet, is het
volgens ons nodig dat tevens tot een volwaardig
centrum voor beeldende kunst wordt gekomen. Daar
voor is het noodzakelijk te komen tot een goede
invulling van het voorwaardenscheppend beleid ten
aanzien van cultuur, opdat de beleving van cultuur
in Breda kan worden vergroot, in welk verband vol
gens ons de nu voorgestelde publieksruimte nodig
is. Zoals in uw voorstel al wordt vermeld kan deze
tot drempelverlaging en tot verbetering van de
service leiden. Daarnaast zijn wij van mening dat
de publieksruimte net dat stukje extra kan opleve
ren dat benodigd is om een breder publiek te be
reiken. Volgens onze opvatting is die dan ook ze
ker geen luxe. Verder zijn wij van oordeel dat dit
voorstel niet mag worden gezien als laatste van
een serie verbeteringen. Er zullen nog betere fa
ciliteiten wij denken hierbij aan nieuwbouw zo
als die ooit in een bestemmingsplan is opgenomen
in de toekomst, als het aan ons ligt in de nabije
toekomst, moeten worden gecreëerd.
Wethouder VAN ASSELDONK: Ik heb eigenlijk
alleen maar constateringen van de heer De Bruijn
gehoord en geen directe vragen, zodat ik meen mij
zelf van het geven van een antwoord ontheven te
kunnen beschouwen. Hij kent onze zorg ten aanzien
van alle accommodaties en als raadslid weet hij
eveneens dat er bezuinigingen voor de deur staan.
Wij zullen gezamenlijk moeten trachten het