119
10 FEBRUARI 1983
Werkvoorziening worden geëist: begeleiding, toe
zicht en een adequate vergoeding. Uit een notitie
van eind 1981 die ik tijdens de rit tegenkwam en
die in de beschouwing is betrokken, blijkt dat
allerlei problemen zijn ontstaan, wat overigens
niet aan de vrijwilligers ligt: die mensen zijn
niet bij machte altijd aanwezig te zijn. Een be
langrijk punt is ik zeg dit mede in verband met
motie 5 dat de BSW-er in dienst is en blijft
van de BSW; de optredende fricties staan hiermee
vaak in relatie. Een en ander doet niets af van de
wijze waarop men zich inzet. Er is feitelijk een
probleem geconstateerd en wij willen proberen
daarvoor een oplossing te vinden.
Ik geef in dit verband toe dat de bewoordin
gen waarschijnlijk verkeerd zijn gekozen. Het is
mij noch op de voorlichtingsavond van 25 november,
noch op de inspraakavond, noch in de contacten
met de KKG gelukt duidelijk te maken wat het be
grip "huishoudelijke dienst" in dezen inhoudt.
Het is niet de bedoeling een stuk zelfstandigheid
van de besturen weg te nemen, maar wil ik onze
gemeenschaps- en buurthuizen goed blijven "runnen",
dan moet ik voor een tussenpersoon zorgen die als
schakel tussen de BSW, de besturen en de beheer
ders kan dienen. Ik ben bereid als de raad dat
goedvindt feitelijk een hele pagina uit het
program te halen als men mij maar de benodigde
ruimte geeft. In de motie-De Bruijn komt de mis
vatting tot uiting dat wij de verantwoordelijkheid
van de besturen zouden willen uithollen. Ik heb
getracht duidelijk te maken dat de verantwoorde
lijkheid juist bij de BSW ligt. Ik zou het bijzon
der op prijs stellen als men mij de mogelijkheid
zou willen bieden met de eerder genoemde tussen
persoon "op route" te gaan en met de KKG, de BSW
en de besturen alle in de motie genoemde be
trokkenen verder te praten. Ik pleit ervoor dat
de invulling ter zake van de begeleiding en het
bijhouden van roosters in gezamenlijkheid tot
stand wordt gebracht. Daarbij spreek ik de