1204
S JUNI 1983
worden geschonken.
In de behandeling in de commissie hebben wij
al toegezegd dat wij bijzondere aandacht zullen
blijven schenken aan de vrouwen binnen de groepen
etnische minderheden. Wij hebben overigens al de
problemen die zich daarbij voordoen geschetst.
Desalniettemin proberen wij met inschakeling van
de emancipatiewerksters en de maatschappelijk
werksters van de Stichting Buitenlanders speciaal
de aandacht op de vrouwen binnen de groepen van
de etnische minderheden te richten, aangezien zij
zoals mevrouw Paulussen terecht opmerkte, inder
daad in een dubbele achterstandssituatie verkeren
Voor de verfijning van de gegevens door de
sociografische dienst is voor 1983 6.000,
uitgetrokken. Mevrouw Paulussen constateerde al
dat die verfijning dringend nodig is, bijvoor
beeld in verband met het feit dat kinderen van
Surinaamse ouders die in Nederland geboren zijn
niet als Surinamers geregistreerd staan, terwijl
zij wel degelijk tot deze cultuurgroep behoren.
Het is van belang dat zij ook als zodanig worden
geregistreerd, enerzijds met het oog op de door
het ministerie van Binnenlandse Zaken beschikbaar
te stellen middelen en anderzijds om wat meer in
zicht in de omvang van deze groep te krijgen.
Voor deze verfijning is de opdracht al gegeven.
Naar de mening van mevrouw Paulussen is het
programma mager onderbouwd, wat ik niet helemaal
met haar eens ben. Zoals zij weet zijn er vier
kaders waaraan de middelen voor de bestuurskosten
minderhedenbeleid mogen worden uitgegeven. In de
eerste plaats geldt dat voor de coördinatiekosten
die 11,8% van het totale bedrag betreffen. Voorts
hebben wij gemeend een groot bedrag, ruim
50.000,te moeten reserveren voor voorlich
ting, waarbij de voorlichtingsaspecten duidelijk
zijn aangegeven. Op de inspraakkosten ben ik zo
juist al ingegaan in mijn antwoord aan de heer
De Bruijn. Ik kan mevrouw Paulussen overigens
zeggen dat ik er graag toe bereid ben in