30 JUNI !983 1219 Een en ander leidt tot de conclusie, dat het niet noodzakelijk is een vrouwelijke agent in de bezet- hing van de afdeling kinder- en zedenpolitie op he nemen Overigens zij opgemerkt, dat de overplaatsing van de tot nu toe bij de kinder- en zedenpolitie func tionerende vrouw te maken heeft met het voor iede re politiefunctionaris te hanteren "horizontale" opleidingssysteem Ad 3 Een en ander is afhankelijk van de zich voordoende opleidings- en plaatsingsmogelijkheden, alsmede van de wens van vrouwelijke politiefunctionarissen om bij deze afdeling geplaatst te worden. Ad 4. In het al gemeen zal desgevraagd een vrouwelijke politiefunctionaris op zo kort mogelijke termijn beschikbaar zijn. VRAAG (gesteld d.d. 1-2-1983 ing.art. 48, 2e lid, R.v.O. 14w. Dijkzeul en mw. Paulussen 1. Als je je in een bejaardentehuis als mondig mens gedraagt, kom je dan onherroepelijk met het bestuur in botsing? 2. Laat deze situatie overduidelijk zien hoe moei lijk of onmogelijk het systeem van de bejaar dentehuizen is? 3. Hoe denken besturen, directies, bewonerscommis sies bejaardenoorden, het gecoördineerd bejaar- denwerk en de indicatiecommissie hierover? Zou het geen aanbeveling verdienen deze zaken eens te bespreken met vertegenwoordigers van de Bredase bejaardentehuizen, vertegenwoordigers van bewonerscommissies en de bonden van ouderen? ANTWOORD Ad 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1219