1220 30 JIJNI 1983
De vraagstelling is, zoals uit de onderhavige
brief blijkt, gebaseerd op een individueel voor
val waarvan d.d. 19 en 20 januari 1983 het dag
blad De Stem melding maakte.
Wij hebben geen enkele reden om aan te nemen dat
uit dit voorval de relatie tussen de mondigheid
van bewoners in een bejaardentehuis en het hande
len van besturen in het algemeen is af te leiden.
In het individuele voorval gaat het om een man
voor wie directie en personeel van het bejaarden
tehuis alles hebben gedaan om de persoonlijke om
standigheden zo goed mogelijk te laten zijn. Ech
ter, ondanks alle inspanningen is het niet gelukt
om de individuele problematiek zo te begeleiden
dat de leefbaarheid van het tehuis, alsmede de
werksfeer voor het personeel, voldoende gewaar
borgd kon blijven.
Om die reden was langer verblijf in het tehuis
niet verantwoord. Er is voor ons geen enkele aan
leiding om Uw vraag anders dan met een neen te
be antwoorden
Ad 2.
Naar onze mening is uit het door U aangehaalde
voorbeeld op geen enkele wijze af te leiden dat
het systeem van bejaardentehuizen moeilijk of on
mogelijk is. Ons antwoord is dus neen.
Ad 3.
Onlangs hebben wij de discussienota "Wat heet
oud?" uitgebracht. In deze nota wordt ruime aan
dacht geschonken aan intramurale voorzieningen.
Wij willen deze discussienota, die ook in Uw be
zit is, binnenkort uitvoerig met ouderen, ouderen
bonden, instellingen, etc. bespreken om tot een
concreet beleid te komen.
VRAAG (gesteld d.d. 14-12-1982 ing. art. 48, 2e
lid, R.v.O.)
Heer Martens
1Is het college bekencl j dat er van bovengenoemd