30 JUNI 1983 1227 vooralsnog het vertrouwen aan het B.W.O.B. geven. Ten aanzien van de 300.000,voor stads vernieuwing tot 1987 willen wij nog het volgende stellen. Wij vragen ons af of de taak van het B.W.O.B. niet primair bij het begin van het stads vernieuwingsproces moet liggen, met name om de buurtbewoners aan te geven wat zo'n proces bete kent en hoe zij zich in werk- en overlegstructuren kunnen begeven om optimaal aan het proces te kun nen deelnemen. De bewoners zijn al gauw in staat op de gemeentelijke activiteiten in te spelen, wanneer een goed functionerende gemeentelijke or ganisatie in die buurten haar werk gaat doen. Stadsvernieuwingsactiviteiten verlopen meestal dermate ongeregeld en vergen zoveel tijd, vaak ook door oorzaken die buiten de beïnvloeding van de gemeente liggen, dat naar de mening van de V.V.D.- fractie aan buurtbewoners veel moet worden overge laten in het samenspel met de gemeente. Dat inten sief buurtopbouwwerk gedurende zo'n lange tijd welhaast onbetaalbaar is en al vrij gauw moet wor den teruggebracht tot zonodig extensieve begelei ding, is een onvermijdelijke conclusie. Bij deze werkwijze zal alleen het beschikbare bedrag toe reikend kunnen en ook moeten zijn. Mevrouw DlJKZEUL-PLESDe Partij van de Ar beid is blij met het voorstel van burgemeester en wethouders om de door het B.W.O.B. aangegeven te korten tegen het einde van 1983 tot een maximum van 38.000,op te vangen. De berekening zoals die door het B.W.O.B. aan de commissie is voorge legd, krijgt daardoor een ander perspectief. Het B.W.O.B. meent behalve geld nog drie jaar inzet nodig te hebben voor het werk in de Spoor- buurt. Wij vragen ons echter af of het B.W.O.B. zijn visie op opbouwwerk nog wel helder voor ogen heeft staan, met name voor wat betreft het aspect dat het opbouwwerk tot taak heeft de betrokken wijkbewoners te motiveren, te stimuleren, voor te lichten en bewust te maken, opdat zij leren de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1227