1228 30 JUNI 1983 verbetering van hun samenleving zelf ter hand te nemen. Dit sociaal-agogisch aspect van het opbouw werk is onder andere in de verdrukking gekomen door de conflictsituatie. Met betrekking tot de financiële kant van het opbouwwerk moet het B.W.O.B. niet uit het oog verliezen dat het als zodanig één van de onderde len van het gehele welzijnswerk vormt. De Partij van de Arbeid wil duidelijk aange ven dat het opbouwwerk in deze gemeente onmisbaar is, maar zij wil tevens duidelijk stellen dat het B.W.O.B. bij de schaarse middelen voor het totale welzijn niet de enige prioriteit betreft. Ook het B.W.O.B. zal een stap terug moeten doen in haar eisen, om ook andere welzijnsactiviteiten zoals emancipatie, kinderopvang en alfabetisering moge lijk te maken. Men kan op de nu ingeslagen weg niet eindeloos doorgaan met steeds weer structu rele inzetten. Een projectmatige aanpak, waarbij met projecten voor de werkers wordt gewerkt biedt perspectief, zowel naar inzet als naar middelen. Wij hopen dat er in 1983 geen ontslagen bin nen het B.W.O.B. behoeven te vallen, maar ook het B.W.O.B. zelf zal daartoe middels interne her schikking een bijdrage moeten leveren. Wij vinden het van het grootste belang dat er naast het reeds bestaande sociaal-cultureel plan een totaal welzijnsplan komt, dat gericht is op integratie van alle welzijnssectoren. Daartoe moeten wij echter wel politieke prioriteiten dur ven te stellen. Bij het ontwikkelen van deze plan ning kan het B.W.O.B. zijn bijdrage leveren, met zijn kennis, zijn ervaring en zijn know-how. Om dit een redelijke kans van slagen te geven zal men niet alleen aandacht moeten hebben voor de bestaande tegenstellingen tussen de gemeente en het B.W.O.B., maar ook voor de overeenkomsten en de gemeenschappelijke visies op het welzijn. Daar bij geldt bovendien dat iedere partner in dit proces zijn eigen verantwoordelijkheid kan en moet dragen. Op basis van een gezamenlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1228