1242 30 JUNI 1983 b.e.f. kan worden geput. Die bevriezing is onder meer tot stand gekomen ten gunste van de organisa tieprocessen. Het zal de heer De Werd bekend zijn dat sedert het regime geldt dat in 1982 van kracht is geworden overschotten bij diverse gesubsidieer de instellingen, met name via afkoopsommen en zie kengelden, niet meer kunnen worden toegevoegd aan eigen vermogens, maar toevloeien aan de gemeente. Op grond van de wet van de grote getallen kan ik zeggen dat binnen budget 16 opvanging kan plaats vinden. Deze bedragen vloeien niet toe aan de post onvoorzien, maar komen ten gunste van de saldire- serve voor zover het een looncomponent betreft. De heer Simons is weer aan het rekenen ge gaan. In de commissie heb ik al gezegd dat rekenen niet mijn zwakste punt is en ik zou er ook nu weer een heel verhaal over kunnen houden. Ik wijs er nogmaals op dat in 1982 taakstellend aan het B.W.O.B. een korting van 42.000,werd opge legd, in te vullen door het B.W.O.B. zelve, het geen twintig uur opbouwwerk kost. De heer Simons heeft terecht geconstateerd dat bij de huidige voorstellen in 1984 een structureel tekort van 43.000,ontstaat, hetgeen vertaald in perso nele lasten óók twintig uur opbouwwerk kost. Hij heeft gelijk met zijn stelling dat het in totaal om veertig uur gaat. Dat klopt, maar het één heeft niets met het ander te maken. Hierbij wil ik het laten. De heer SIMONS: Ik moet nu voor de derde maal vragen op welk moment het het B.W.O.B. bekend was dat de drie ton ook voor de Spoorbuurt is be doeld. In feite vraag ik het voor de vierde keer, want ook in de commissie is mij dit niet duidelijk geworden Wethouder RöMKENSDaar heeft de heer Simons gelijk in. Op 6 mei is een gesprek gevoerd tussen de Stichting B.W.O.B. en de gemeente Breda, bij welke gelegenheid de heer Welschen letterlijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1242