30 JUNI 1983 1255 Breda heeft gehad, door het starten van deze dienst voor goed tot het verleden behoort. De heer DE WERD: Ik kan mij aansluiten bij de complimenten die vanavond van verschillende zijden naar voren zijn gebracht. In zeer korte tijd is zowel kwantitatief als kwalitatief een,be hoorlijk stuk werk geleverd. Voor de toekomst blijven een paar aandachtspunten staan waartoe ik mij nu wil beperken. Wij menen dat problemen zou den kunnen ontstaan bij de coördinatie en afstem ming met andere diensten, de mogelijkheid van uit groei en uitwassen dient onzes inziens vanaf het begin goed in het oog te worden gehouden, evenals het aantal staffuncties met een verticale struc tuur omdat deze functies tot een soort eigen ei landjes kunnen worden waarop je, als je niet op past, de greep kunt verliezen. Inhoudelijk zou ik willen stellen ik heb dit in de commissie ook reeds gezegd dat de milieuvoorlichting als één van de eerste taken door de milieudienst zal moeten worden aangepakt. Ik vind het jammer dat bij de definitie van milieu beheer de milieuvoorlichting in de doelstelling niet duidelijk naar voren is gekomen. Voorts dan nog de vraag hoe de relatie zal worden tussen de zelfstandige brandweer aan de éne kant en de visie van het stadsgewest inzake de brandweer anderzijds.'Dit lijkt mij een belangrijk aspect waar wij spreken over het opstarten van een afzonderlijk onderdeel, met het oog waarop wij dit jaar voor reorganisatiekosten al een ton hebben uitgetrokken en voor welk doel wij het volgend jaar waarschijnlijk nieuwe fondsen zullen moeten aanboren. Het is mijns inziens goed ons in dit ka der af te vragen hoe de zelfstandige brandweer in regionaal verband gezien moet worden. Voor wat de inspraak betreft is reeds van verschillende zijden benadrukt dat, omdat het om mensen gaat, voorzichtig te werk moet worden ge gaan. Soortgelijke signalen hebben ons inmiddels

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1255