30 JUNI 1983 1259 de werkers zelf, maar ook in het belang van de r>e- stuurders van de stad. In dit verband stelde de heer Bokkelkamp de vraag of niet moet worden ge vreesd dat de nieuwe dienst een moloch zal worden. Hierop ingaand kan ik een aantal vragen tegelijk beantwoorden. Het is niet alleen de bedoeling van deze reorganisatie raad en college in staat te stellen daadwerkelijk volgens de bedoelingen van het programakkoord sturing aan de gemeente te ge ven, het is tegelijkertijd de bedoeling dat de burger van Breda zijn problemen aan één loket met één deskundige zal kunnen bespreken en dat bete kent dat de nieuwe dienst geen moloch kan en mag worden. Tevens betekent dit dit is een kwestie van inspraak en voorlichting dat wij de dien sten zullen moeten toerusten met alle gereedschap pen die aan de basis nodig zijn. Voorts houdt dit in dit is één van de problemen waar mijn buur man tegenaan loopt dat een aantal functies van de secretarie gedecentraliseerd wordt naar de laagste plaats in de gemeente waar het werk zake lijk gezien kan plaatsvinden. Dit geldt zowel voor financiën en personeel, als voor voorlichting en juridische zaken. De burger van Breda zal zo dicht mogelijk bij huis eenvoudig en duidelijk bediend moeten worden, waartoe wij de functies zullen moe ten toerusten. Ook mentaal zal men bereid moeten zijn zich niet in de huid van de moloch op te sluiten. De heer Bokkelkamp sprak voorts over sleutel- functionarissen die gevoel voor humor zouden moe ten hebben. De inspraakcommissie heeft het profiel van de teamleider/directeur geschetst en ik neem aan ik weet dit niet zeker dat voor de aan gegeven formulering is gekozen omdat men nog niet wist en weet wie de nieuwe directeur wordt. Er was een veronderstelling ten aanzien van de vraag wie de sleutelfunctionarissen worden en ik denk, dat zij van nature al konden lachen zodat een der gelijke toevoeging wellicht als overbodig is be schouwd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1259