1264 30 JUNI 1983 De VOORZITTER: Dit amendement maakt mede on derwerp van beraadslaging uit. De heer SIMONS: Zoals reeds tijdens twee com missievergaderingen naar voren is gebracht, hebben wij er als P.S.P. problemen mee dat het preadvies zich beperkt tot het openstellen van diverse func ties. Wat wij missen in het voorstel zijn de aan zetten tot een stimuleringsbeleid in dezen. Het heeft, mede gezien de volle agenda, geen zin de argumenten die tijdens de commissievergadering naar voren zijn gebracht te herhalen. Wel willen wij vragen om een tussentijdse rapportage, zodat wij als raad zullen kunnen volgen hoeveel deel tijdbanen er dankzij deze notitie zullen bijkomen. Ook willen wij u vragen aan de hand van de erva ringen van de mensen die in het openbaar onderwijs in deeltijd zullen gaan werken met een overzicht te komen van de rechtspositionele verschillen en de uitwerking daarvan in de praktijk. Tot slot willen wij vragen om een inzicht in de verhouding tussen de betaalde en reëel gemaakte uren, dit onder andere in verband met overlegbe- sprekingen, teamvergaderingen en dergelijke die door deeltijdwerkers en -werksters zullen worden bijgewoond. Het amendement van de fractie van de P.v.d.A. komt gedeeltelijk aan onze bezwaren tegemoet, maar onze bezwaren komen ook voor een groot deel voort uit punt II van het besluit, waarin ten aanzien van deeltijdarbeid allerlei voorwaarden worden gesteld waarin wij ons niet kunnen vinden. Eén punt is mij overigens totaal onduidelijk, name lijk de term mijns inziens de meest vage term die in Breda is uitgevonden "in de geest van het programakkoord". Kan de P.v.d.A.-fractie mij uitleggen wat zij daaronder verstaat en kunnen ook de andere fracties mij dat eens uitleggen? Als die uitleg eensluidend is kan ik beoordelen of ik er achter kan staan, maar ik zou de P.v.d.A.-fractie eigenlijk willen vragen dit deel van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1264