30 JUNI 1983 1271 gaan. Ik wil nogmaals voorlezen wat ik zoeven aan het einde van mijn betoog naar voren heb gebracht, waarmee ik hetzelfde heb bedoeld als door de wet houder is verwoord. Ik stelde zoeven: "Het is daarom dat wij u middels een in te dienen amende ment vragen het te nemen besluit inhoudelijk te verbreden naar verantwoordelijkheid voor wat be treft het openbaar onderwijs alsmede naar draag kracht voor wat het bijzonder onderwijs betreft." Het is slechts onze bedoeling burgemeester en wet houders hiermee een instrument te geven tot het opereren op een wijze als zoeven door de wethouder is aangegeven De heer DE WERDIk heb er weinig behoefte aan in te gaan op de mate waarin de afdeling on derwijs in dezen zelf initiatieven heeft genomen dat zou een welles/nietes-spelletje worden. Het gaat mij erom dat het gemeentebestuur in dit op zicht een initiërend beleid zou moeten voeren. Men zal op dit terrein tal van problemen tegenko men waarover naar mijn visie gewoon niet is nage dacht. De vraag kan bijvoorbeeld worden gesteld wie van de mogelijkheid tot deeltijdarbeid gebruik zullen gaan maken. Ik kan mij voorstellen dat er vrouwen zullen zijn die zullen zeggen: ik heb door samenwoning of huwelijk een financiële zeker heid achter mijik kan het mij dus veroorloven wat minder te gaan werken en mijn tijd aan andere dingen te besteden. Dat zou een situatie kunnen zijn waarin men in deeltijd gaat werken, maar hoe moet het nu met bijvoorbeeld jonge starters op de arbeidsmarkt? Mogen wij verwachten dat deze jonge mensen voor de helft van 1.800,voor onge veer 900,- per maand, in deeltijd gaan werken? Hoe gaan wij nu als gemeente deeltijdarbeid in het onderwijs echt stimuleren, hoe gaat u dit op poten zetten? Het gaat mij om het verschil tussen een actief en een passief beleid. Een passief beleid wordt gevoerd als wordt ingegaan op een klacht vanuit het onderwijsveld, dat men graag in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1271