1282 30 JUNI 1983 proberen1 De heer SIMONS: Nog enkele aanvullende vragen. Hoe is het mogelijk dat de geconstateerde veront reiniging niet aan de dienst is doorgegeven en dat is natuurlijk een vraag die acuut bij mij op komt hoe zit het verder in de Haagse Beemden? Is daarover iets bekend, zijn er rapporten over uitgebracht, zijn er überhaupt grondmonsters ge nomen? De VOORZITTER: Ik meen vrij kort te kunnen zijn, want ik begrijp dat de raad met inachtneming van de aanvullende notitie met dit voorstel ak koord gaat. Door de heer De Werd en de heer Simons zijn in dit verband enkele opmerkingen gemaakt en vra gen gesteld, maar mijns inziens wordt wat meer achter de zaak gezocht dan er in feite aan de hand is. Naar mijn beste weten is deze zaak wel gemeld, een zestal maanden geleden heb ik u in een besloten vergadering van de commissie middelen en milieu reeds vertrouwelijk over mogelijke veront reiniging in Callandserf geïnformeerd. Op de vraag hoe het verder in de Haagse Beem den is gesteld, zou ik willen antwoorden: naar onze mening goed. Ik denk dat de indiening van de door de heer De Werd aangekondigde motie voorko men kan worden door te verwijzen naar een inge diende motie van naar ik meen het C.D.A. betref fende de milieukaart. Met betrekking tot die milieukaart hebben wij actie ondernomen, wij heb ben iedereen in Breda die over een redelijk ge heugen beschikt en mogelijkerwijze iets met dit soort zaken te maken heeft gehad, alsmede instel lingen, buurt- en wijkcomité1sinterne diensten en de stadsarchivaris gemobiliseerd om ons even tuele verontreinigingen te melden. Of er in de Haagse Beemden nog meer aan de hand is weet ik niet, op het ogenblik althans niet in een zodani ge mate dat wij er verontrust over zouden moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1282