1294 30 JUNI 1983 voor ogen staan, zo veel mogelijk kunnen afwente len. De heer DE WERD: In de commissie hebben we al een aantal keren over acquisitiebeleid gesproken. De Littooij heeft in dat verband eens voor de plaatsing van een bord geplaatst. Hij zal zich dat nog wel herinneren, evenals de reacties die erop kwamen. De reactie van de wethouder hield toen on der meer in dat het voor kleine bedrijven niet hoeft. Voor dit grootschalige project, aldus de wethouder, moeten we grootschalige bedrijven heb ben en als we aan één grootschalig bedrijf behoor lijk wat grond verkopen zijn we voorlopig weer uit de zorgen. Grootschalige bedrijven weten toch wel waar in Nederland grootschalige industrieterreinen zijn. Ik vraag mij af wat het voor nut heeft dan nog vier ton uit te geven aan een onderzoeksbu reau, dat moet onderzoeken onder welke bedrijven je acquisitie zou moeten plegen. Het is voor mij de vraag of je met zo'n onderzoek extra grond ver koopt en ik heb zo1n idee dat dat in het geheel niet het geval zal zijn. Wethouder SANDBERG: Enige sprekers hebben te recht gezegd dat het voorstel niet in de commissie werken is behandeld. Wij hebben gemeend het voor stel schriftelijk te moeten voorleggen, met ver zoek om commentaarteneinde behandeling in de raadsvergadering van vanavond mogelijk te maken. Het leek ons namelijk goed de raadsbehandeling zo dicht mogelijk bij de besluitvorming van de Raad van Bestuur van het industrie- en havenschap te laten plaatsvinden. De Raad van Bestuur heeft van middag een besluit genomen: hij is, hopelijk in de geest van de gemeenteraad, akkoord gegaan. Ik denk dat ik zeer in het kort nog even de situatie moet schetsen. Iedereen weet dat de markt sterk terugloopt en dat gronduitgifte aan indus trieën in het Brabantse overigens ook in overig Nederland praktisch niet plaatsvindt. Wat moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1294