30 JUNI 1983 1297 Wellicht dat hiertoe op een later tijdstip meer aanleiding bestaat." Ik vermoed wanneer die aan leiding er zal zijn. Van de ministerieel adviseur die zoals men weet bij de vergaderingen van het bestuur aanwezig is, hebben wij vernomen dat de minister zich indringend over de situatie beraadt en een ambtelijke groep heeft ingesteld, waarvan hij de advisering wil afwachten voordat hij het gesprek aangaat. Uiteraard is de minister van onze activiteiten met betrekking tot dit acquisitieplan op de hoogte en ook hij vindt het bijzonder zinvol de resultaten van het onderzoek af te wachten en pas vervolgens, aan de hand van hetgeen deze vier de begrotingswijziging heeft opgeleverd, met een delegatie van het I.H.M. aan tafel te gaan zitten. Ik verwacht derhalve en ik heb nadrukkelijk de hoop dat aan het eind van dit jaar, wanneer onze studie is afgerond en wellicht ook de interne amb telijke studie tot afsluiting is gekomen, het ge sprek met de minister zal kunnen plaatsvinden. Nogmaals: dit is een hoop en een wens en ik ben uiteraard niet zo ver dat ik kan toezeggen dat het gesprek zal plaatsvinden. Het gesprek moet door beide partners worden geaccenteerd en op dit mo ment is daar nog geen reden voor. De heer De Werd heeft herinnerd aan de inder tijd door de heer Littooij gedane suggestie een groot bord bij Moerdijk neer te zetten. Je kunt ervan uitgaan dat deze suggestie min of meer gek scherend is bedoeld en zo heb ik er twee of drie maanden geleden ook op gereageerd. Overigens vond ik de opmerking van de heer Littooij net nuttig genoeg om haar toch eens even onder de aandacht van de directie van het industrie- en havenschap te brengen. Er zit misschien best iets in de ge dachte ergens een groot bord te plaatsen, maar we zijn het er naar ik meen over eens dat je het in dustrie- en havenschap niet verkoopt en dat je niet van de grote zorgen waarmee wij zitten af kunt komen door een groot bord bij de ingang van Moerdijk te zetten met een opschrift van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1297