30 JUNI 1983
1299
maar ik heb in eerste termijn ook niet gezegd
als de heer Dreef dit uit mijn woorden afleidt
doet hij dat ten onrechte dat de minister
heeft geschreven ons aan het eind van dit jaar te
willen ontmoeten. Ik zal even letterlijk voorle
zen wat de minister ons bij brief heeft doen we
ten: "Inderdaad zijn de ontwikkelingen ten aan
zien van het industrie- en havenschap sinds het
overleg in 1980 niet gunstig geweest. Zoals reeds
aangegeven in de beantwoording van de Kamervragen
van de heren Niessen en Castricum op 18 november
acht ik deze omstandigheid niet zonder zorgen en
ik beraad mij daarover nader. Ik heb begrip voor
uw wens om gezien de tegenvallende resultaten
eerder dan indertijd was voorzien tot een gesprek
te komen. Ik moet u echter mededelen dat ik op
dit moment weinig feitelijke mogelijkheden zie om
zo'n gesprek tot concrete resultaten te laten
leiden. Tegen die achtergrond acht ik het daarom
minder zinvol thans een afspraak voor een gesprek
te maken. Wellicht dat hiertoe op een later tijd
stip meer aanleiding bestaat.Ik zie dat tijd
stip dagen op het moment dat de resultaten van de
door ons voorgenomen studie op tafel liggen en
dat ook de ambtelijke adviseurs van de minister
hun werkzaamheden hebben afgerond. Ik weet dat
het aan het eind van dit jaar zo ver zal zijn en
ik verwacht dat de minister dat tijdstip geschikt
voor nader overleg zal vinden. Overigens is dat
slechts mfjn verwachting; in ieder geval weet men
nu precies wat de minister heeft geschreven.
De VOORZITTER: Dan zitten we met het pro
bleem hoe de besluitvorming er technisch moet
uitzien. Ik stel u voor daarover niet al te moei
lijk te doen. In feite kan men niet tegenstemmen:
de raad moet van de begrotingswijzigingen kennis
nemen. Ik zou willen voorstellen het conceptbe
sluit te volgen en het Industrie- en Havenschap
Moerdijk te doen weten dat een aantal leden van
deze raad moeite heeft met hetgeen de heer Dreef