30 JUNI 1983 1305 panden hebben wij echter wel gelden misgelopen, maar om welke bedragen het hierbij gaat kan ik mevrouw Neeb op dit moment niet zeggen omdat daarvoor geen aanvragen zijn binnengekomen. Over de mogelijkheid van een sluitende fi nanciering en de 50% subsidiabele kosten zou ik het volgende willen opmerken. De gemeente Breda heeft zelf ook nog een ton ter beschikking, maar overigens gaan wij ervan uit dat het voorgestelde beleid stimulerend zal werken, dat het bij de mensen een zeker elan zal wekken. In dat kader zullen onzerzijds met de betrokkenen ook gesprek ken worden gevoerd. De ervaringen tot nu toe ge ven aan dat, wanneer voor restauratie van monu menten overheidssteun in het vooruitzicht wordt gesteld, het door de eigenaren van de monumenten verkrijgen van een hypotheek vrij gemakkelijk is. Tot nu toe heeft de gemeente in dit verband vrij wel geen gemeentegaranties behoeven te geven. Mocht dit in de toekomst noodzakelijk blijken, wat wij niet veronderstellen, dan ontstaat een nieuwe situatie waarvoor wij op dit moment nog geen oplossing hebben. Dit is echter naar mijn oordeel een niet te verwachten ontwikkeling, bo vendien zal de stimulering waarvan nu in dezen sprake is er mijns inziens toe bijdragen dat men voor dit doel van banken wat gemakkelijker gelden zal kunnen los krijgen. Mevrouw Rattink stelde een vraag over het recht van eerste koop. Ik kan begrijpen dat naar 'het oordeel van mevrouw Rattink met dit soort panden niet mag worden gespeculeerd, maar het vervelende is dat de Monumentenwet niet met het oog op het tegengaan van speculatie in het leven is geroepen. Artikel 23, lid 1, van de Monumenten wet geeft wel aan, dat verkoop met goedkeuring van het ministerie dient plaats te vinden, maar hoe vaak van het ministerie goedkeuring voor ver koop is gevraagd hebben wij niet kunnen checken en of landelijk op het niet opvolgen van deze verplichting sancties zijn gevolgd is op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1305