1306 30 JUNI 1983 moment niet bekend. Het ministerie heeft ons hier over geen uitsluitsel kunnen geven, voor zover wij weten zijn situaties als hiervoor geschetst niet voorgekomen, maar laten wij hierbij wel in het oog houden dat de Monumentenwet en de meerjarenplan ning uiteraard niet de bedoeling hebben speculatie tegen te gaan. Overigens moeten wij constateren het is goed de hand in dezen in eigen boezem te steken dat het ook ons niet in alle gevallen is gelukt onze eigen monumenten goed in stand te hou den. We hebben zelfs wel eens monumenten afgesto ten en ik vraag mij dan ook af of wij voor de ge meente in de binnenstad het eerste recht op koop zouden moeten bedingen, waar wij wellicht zelf voor de betreffende panden geen functie zouden kunnen aangeven De heer Gielen vroeg welke de consequenties voor Breda zijn als het ministerie gelden beschik baar stelt, dit dan buiten het bedrag van 200.000,om dat voor de komende twee jaar in het kader van het stadsvernieuwingsproject voor dit soort panden beschikbaar is. Naast de hiervoor door het rijk ter beschikking te stellen financiën zal het de gemeente alleen de inspanning kosten van de ambtenaren die de contacten leggen. Verder kost het ons niets. Mocht een aantal bij elkaar gelegen panden worden aangepakt en één van de bewoners om welke redenen dan ook afhaken, dan zal daarover goed overleg moeten worden gepleegd. De gemeente zal in een dergelijk geval niet als boeman optreden, maar Breda zal ook niet als bank kunnen gaan fungeren. We zullen in zo'n situatie andere wegen moeten vinden om de betrokkenen in staat te stellen de betreffende panden toch op de gedachte wijze te herstellen of in goede staat te houden. De heer De Bruijn is teruggekomen op een item dat D'66 al jaren naar voren brengt; ook bij de behandeling van het structuurplan zijn hierover door de D'66-fractie opmerkingen gemaakt. Wij heb ben bij de besprekingen met het ministerie voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1306