1314 30 JUNI 1983 waar de instellingen en organisaties toch ook voor 1984 zeker zijn van een bijdrage. Ook nu wordt de gemeente geconfronteerd met het stellen van de voorwaarde dat de planvorming, zowel lokaal als regionaal, binnen zeer korte tijd moet zijn afgerond. Om te voorkomen dat door ge brek aan tijd het aan Breda en omgeving toegewezen subsidiebedrag van 338.000,niet of niet in zijn geheel kan worden aangewend, lijkt het de V.V.D.-fractie juist de verdeling van deze gelden aan de hand van de ingediende plannen over te la ten aan de verantwoordelijkheid van het college omdat dit een tijdwinst van teminste zes weken zal opleveren. De commissie welzijn II dient dan wel van deze verdeling op de hoogte te worden gesteld. Mevrouw RATTINK: Door de vorige sprekers is het al gezegd: het is weer eenmalig geld. Ik zie dit geld ook meer als een douceurtje van "Den Haag" of misschien zelfs wel als een zoethoudertje. Het lijkt mij van belang dat in dezen door "Den Haag" een duidelijk beleid wordt gevoerd, een beleid waardoor het niet zo ver had behoeven te komen. Het gaat hierbij nogmaals gezegd niet om structurele middelen, bovendien is het slechts een druppel op een gloeiende plaat. Als wij dit geld aanvaarden en er iets mee willen doen, zullen wij het zo ef ficiënt mogelijk moeten besteden, in welk verband ik het niet helemaal met de heer Grosveld eens ben dat met dit geld geen gericht beleid te voeren zou zijn. Als een duidelijk gemeentelijk basisplan ter tafel ligt met een aantal scenario's, betrekking hebbend op hetgeen wij daarnaast aanvullend zouden willen doen, is mijns inziens wel degelijk sneller op het beschikbaar komen van deze gelden in te spelen. Het is dan niet noodzakelijk elke keer op nieuw met zo'n hele procedure te starten, op die manier zal sneller en bovendien gerichter te werk kunnen worden gegaan. Over de besteding van de gelden zou ik nog het volgende willen opmerken. In de circulaire

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1314