1348
18 AUGUSTUS 1983
tot de geregistreerde vraag, zoals die door de
Stichting Woonruimteverdeling zijn samengesteld en
gepresenteerd. Via u een compliment daarvoor in de
richting van bestuur en medewerkers van de S.W.V.
Als we spreken over de geregistreerde vraag,
zullen we ons moeten realiseren dat we slechts
praten over een, overigens niet onbelangrijk, ge
deelte van de vraagzijde van de woningmarkt en dat
de geregistreerde vraag in belangrijke mate wordt
beïnvloed door de koopkrachtige vraag. Een en an
der brengt de C.D.A.-fractie tot een pleidooi
voor verdere activiteiten in de richting van het
vergroten van het inzicht in de geregistreerde
vraag op zowel lokaal als wellicht stadsgeweste
lijk niveau. Dit dient evenwel niet te worden uit
gelegd als een pleidooi voor een traditioneel wo
ningmarktonderzoek, maar veeleer als een pleidooi
voor een uniforme woningzoekendenregistratiesyste-
matiek.
Nu wij toch aan het pleiten zijn willen wij
ook een hartekreet slaken met betrekking tot de
noodzakelijke vervanging van de huidige plannings-
en programmeringsmethodiek door afspraken met het
rijk, waardoor het voor onze gemeente mogelijk
wordt een harde meerjarenprogrammering te maken.
Eigenlijk zou deze hartekreet niet nodig moeten
zijn, want het rijk zou zijn verplichtingen in de
richting van Breda-groeistad moeten nakomen. Eigen
lijk is het schandelijk als je als gemeente met
het predicaat "groeistad" jaarlijks moet vechten
voor je contigent. Het doet ons dan ook genoegen
dat u de voorzitter van de Adviescommissie Verde
ling Rijkssteun Woningbouw in Noord-Brabant,
P.v.d.A.-gedeputeerde Brugman, in gesprekken en
briefwisseling op deze zaken wijst. Laten wij de
wens uitspreken dat naar wij mogen aannemen in
eerste instantie portefeuillehouder Welschen erin
slaagt hieromtrent nadere resultaten te bereiken.
Het zou te ver voeren de veelheid van vragen
en opmerkingen die door ons in de commissie met
betrekking tot het onderhavige voorstel naar voren