18 AUGUSTUS 1983 1355 buitengebeuren zich gaat gedragen. De heer DE WERD: Kan de wethouder ongeveer aangeven binnen welke termijn we de nota "loca- tiekeuzeproblematiek" kunnen verwachten? De heer DE ZWART: De reactie van de wethou der was uitvoerig, maar ondanks die uitvoerigheid heeft hij toch één punt vergeten, waarop hij wel licht in tweede termijn nog kan ingaan. Ik heb namelijk ook iets gevraagd over de gemeentelijke bouwcapaciteit in relatie tot het gepresenteerde programma Ik wil vervolgens nog een reactie op het antwoord geven. De wethouder gaf in zijn antwoord weer dat wij de vragenlijst moeten beschouwen in de totale context van een langere periode dan de driejarige waarop de vragenlijst betrekking heeft en dat nu in feite wordt geanticipeerd op de plooi die wellicht na 1986 zal ontstaan; zo heb ik de reactie van de wethouder verstaan. Het pro gramma dat wij als raad tot uitvoering willen brengen loopt echter van de periode 1982 tot en met 1986 en in dat programma hebben wij aangege ven dat wij ons zullen inzetten, hoe dan ook, voor de realisering van goedkope huur- en koopwo ningen. Met het oog op die uitspraak ben ik van mening dat we op dit moment iets te gemakkelijk op de plooi anticiperen. In dat verband wil ik opnieuw de vraag stellen wat wij denken te kunnen doen om toch het programma te realiseren, uiter aard wel rekening houdend met die plooi. Wethouder WELSCHEN: Wanneer de nota inzake de locatiekeuzeproblematiek zal worden uitgebracht is niet exact aan te geven, maar ik verwacht dat binnen een dag of veertien de onderliggende stuk ken in het college kunnen worden besproken. Als dan zal een richting worden bepaald ten aanzien van het preadvies, waarna het preadvies moet wor den geschreven, dat vervolgens naar commissie en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1355