1356 18 AUGUSTUS 1983 raad zal gaan. Gelet op de onzekerheden waarover ik zojuist al iets heb gezegd moet men niet ver wachten dat in dit preadvies een exact verhaal voor de komende jaren zal staan; daarover moet men geen al te hoge verwachtingen hebben. Wij zullen wel de hele situatie schilderen, waarbij ook een aantal onontkoombaarheden zal worden gepresenteerd, die in besluiten zullen moeten worden vervat. Voorts merk ik op dat zoals de afgelopen twee jaar is gebleken een bouwcapaciteit van 1.500 wo ningen per jaar mogelijk is. Wij zijn ervan over tuigd dat dit aantal nog kan worden vergroot als dat nodig is. Ik kom vervolgens op een derde punt. Wij heb ben in het programma voor deze raadsperiode aan gegeven wat wij kwalitatief en kwantitatief zouden willen bouwen. De raad heeft inmiddels al heel wat nota's en notities ontvangen over de feitelijke ontwikkelingen en hij is tevens op de hoogte van de lijnen die wij volgen. Terecht is opgemerkt dat de basis van het hele verhaal is gericht öp behoud van het contingent, waarbij het gaat om 1.000 ge subsidieerde woningen. Dat kunnen evenwel relatief goedkope "HAT-jes" zijn, maar óók voor de woning zoekenden zeer dure premie-B-woningen. Het kan ook gebeuren dat wanneer de landelijke overheid het aantal woningwetwoningen in de contingenten hal veert, de gemeente Breda met bijvoorbeeld 200 wo ningwetwoningen minder per jaar wordt geconfron teerd. Men zal misschien zeggen dat wij er dan meer van moeten maken, maar als het regeringspro gramma u weet hoe dat tot stand is gekomenI aangeeft. De heer DREEF: Misschien kan het plaatselijke C.D.A. daar nog iets aan bijdragen! Wethouder WELSCHEN: Ik ken organisaties die zich het vuur uit de sloffen lopen om samen met een heleboel anderen te proberen het aantal wo ningwetwoningen opgevoerd te krijgen, maar als het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1356