135 10 FEBRUARI 1983 en gaat over tot de orde van de dag." De heer DE BRUIJN: De wethouder heeft naar aanleiding van deze motie enige toezeggingen ge daan, maar wij hebben nog enige moeite met zijn uitleg. Hij heeft gezegd: laten we eerst de func tie invullen en vervolgens met de betrokkenen gaan praten om gezamenlijk na te gaan hoe we het tech nisch beheer verder zullen invullen. Wij vinden dit een omgekeerde gang van zaken. Als de wethou der kan toezeggen dat éérst met vertegenwoordi-- gers van de diverse organisaties zal worden ge praat en dat vervolgens zal worden bekeken hoe de functie moet worden ingevuld, zullen wij de motie intrekken. Wethouder VAN ASSELDONK: Ik ben opgezadeld met iets wat je bijna een eis van de BSW zou kun nen noemen; in dit verband wijs ik tevens op een niet-gehonoreerde claim. Ik zoek een contactper soon en als ik goed wil blijven doordraaien moet ik die hebben. Aan de zelfstandigheid van de be sturen ik heb dat duidelijk gemaakt willen wij niets afdoen. Bij de BSW is op het ogenblik een deskundig begeleider voorhanden. Ik doe een dringend beroep op de raad, mij de gelegenheid te geven tot een oplossing te komen. Ik ontraad der halve de aanvaarding van de motie. De heer DE BRUIJN: Wij handhaven de motie. Mevrouw PAULUSSEN: De kwestie van de begelei ding en het contact met de BSW is erg belangrijk. Wij onderkennen dat, maar wij vinden het jammer dat geen tussenvorm voor overleg in de geest van de motie kan worden gevonden. Omdat het contact met de BSW en de begeleiding zo belangrijk zijn, zullen wij jammer genoeg tegen de motie moeten stemmen. Motie 5 wordt hierna in stemming gebracht en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 135