1390 18 AUGUSTUS 1983 Aangezien de heer Hendricks om de schorsing had verzocht, geef ik eerst aan hem het woord. De heer HENDRICKS: Wij hebben kennis genomen van de inhoud van het amendement van de heer Crul en voorts hebben wij goed geluisterd naar de be antwoording door de wethouder in eerste termijn. Wij hebben uit die beantwoording geproefd dat er wat schoonheidsfoutjes zijn gemaakt en dat de za ken sneller hadden moeten worden afgewikkeld, waarmee iedereen in deze raad het eens zal zijn. Voorts is duidelijk dat de zaak als zodanig nu zo snel mogelijk uit de wereld moet ter wille van de voortgang. Vanuit die overwegingen is een overleg op gang gebracht tussen de fracties van de P.S.P., de P.P.R. en D'66. Wij zouden het op prijs stel len indien bij dit voorstel een algemene raads- uitspraak zou worden gedaan, inhoudend dat de af wikkeling van deze zaak niet getuigt van grote zorgvuldigheid in tijd en attentheid van raad en college, waarbij wij dan zo'n beetje gemeenschap pelijk het boetekleed aantrekken. Een zodanig voorstel wil ik graag inbrengen, waarbij ik te vens de heer Crul wil verzoeken zijn amendement in te trekken. De VOORZITTER: Ik begrijp uit uw woorden dat hetgeen u nu naar voren hebt gebracht niet het karakter zal krijgen van een motie of een amende ment. De heer HENDRICKS: Ik denk aan een soort van toevoeging De VOORZITTER: Ik heb in elk geval nog geen stuk van u ontvangen. De heer HENDRICKS: U zou hetgeen ik zojuist stelde als een amendement kunnen beschouwen. De VOORZITTER: Wij hebben gehoord wat u hebt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1390