18 AUGUSTUS 1983
1395
mijnheer De Waal, maar die drie weken moeten er
nog maar bij worden genomen, want u zult het toch
met mij eens zijn dat een stuk waaraan zo lang is
gewerkt, waarop wij ons zeer lang hebben geprepa
reerd en in verband waarmee allerlei onderwerpen
aan de orde zijn gesteld, niet in vijf of tien
minuten kan worden behandeld. Ik zou dat ten op
zichte van de politienota en de politie zelf on
verantwoord vinden. Hopelijk zal op 8 september
een goede behandeling kunnen plaatsvinden.
Thans geef ik het woord aan de heer Van Dun
voor de beantwoording in tweede instantie met be
trekking tot de agendapunten 7 en 18.
Wethouder VAN DUNIk vermoed dat ik voor
wat dit onderwerp betreft niet met de heer Crul
door één deur zal komen. Met een deel van zijn
zakelijk betoog heb ik geen moeite, maar over de
context waarin hij het heeft geplaatst verschil ik
duidelijk met hem van mening.
De heer Simons heeft het gevoel dat ik hem
in de beantwoording niet juist heb bejegend, maar
dat was niet mijn bedoeling. Op deze wijze gaan de
heer Simons en ik doorgaans in de commissie met
elkaar om. Met vreugde heb ik genoteerd dat zijn
fractie geïnteresseerd is in de woonlasten van al
le categorieën en in onze Bredase samenleving. Wij
zullen dat heel fijn kunnen gebruiken bij de be
handeling van de nota woonlasten.
Over het amendement van de heer Crul heb ik
al het een en ander gezegd. Het college heeft
daaraan geen behoefte.
Vervolgens beschik ik over het geschreven
handwerk van de heer Hendricks, waarin is te le
zen dat een en ander niet getuigt van grote zorg
vuldigheid in tijd en attentheid, maar de onder
bouw van mijn verhaal hield nu juist in dat dit
niet kan worden gesteld. Dit onderwerp is tweemaal
in de commissie behandeld en vanavond wordt het
besproken in de raad, waarbij alle duidelijkheid
is betracht. Ik kan er volstrekt begrip voor