1396
18 AUGUSTUS 1983
opbrengen als fracties iets dergelijks in een
stemverklaring naar voren brengen, maar als er
ooit een overbodige motie is ingediend, die een
bevestiging inhoudt van hetgeen de wethouder na
mens het college heeft gezegd, is het wel deze.
Daarom hebben wij ook hieraan geen behoefte. Naar
de mening van het college is deze motie volstrekt
overbodig
De VOORZITTER: Het debat moet nu als afge
sloten worden beschouwd. Er kunnen hoogstens nog
stemverklaringen worden afgelegd.
De heer CRUL: Ik heb mijn amendement inge
diend omdat ik dit in de gegeven omstandigheden
noodzakelijk vond. In de discussie is de indruk
gewekt alsof er persoonlijke zaken tussen de heer
Van Dun en mij aan de orde zouden zijn, wat ik
echter wil ontkennen. Om die indruk weg te nemen
en de zaak in de juiste proporties te brengen,
namelijk tot die van een zuiver zakelijk-politieke
beoordeling, trek ik mijn amendement in. Ik zal
mijn stem geven aan de motie van de heer Hendricks.
De heer HENDRICKSIk zal graag zien dat
mijn motie in stemming wordt gebracht.
Hierna wordt de motie van de heer Hendricks
in stemming gebracht en met 29 tegen 6 stem
men verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Bokkelkamp, Grosfeld,
Van Asseldonk en Sandberg, mevrouw Neeb-Wie-
gersma, de heren Welschen, Römkens, Dammer
en Martens, mevrouw Rattink, de heer Dreef,
mevrouw Pellis, de heer Berkhout, de dames
Van Bergen-Nijeholt, Van Rooij-van den Heu
vel en Van Beusekom-Nix, de heren Van Duijl,
Goos, Van Dun, Van den Wijngaard en Van Don
gen, mevrouw Den Ouden-Jansen, de heren
Schuring, De Zwart, Hofsté en Ten Wolde, de
dames Wouters-Kootstra en Brosky-Westdorp en