1398 18 AUGUSTUS 1983 heengaan ons iets doet. In 1974 bent u voor het eerst tot de raad toegetreden en daarna bent u tot tweemaal toe opnieuw beëdigd, namelijk in 1978 en in 1982, beide keren op één der eerste dagen van september. In deze gemeenteraad en in velerlei commissies hebt u over allerlei zaken gesproken, waarbij u niet alleen uw belangstel ling maar ook uw echte inzet voor het werk van de gemeente hebt getoond. Ik meen te kunnen zeggen dat ik nagenoeg de eerste was die u in Breda te genkwam. In 1972 kwam de heer Ten Wolde, die in Wageningen microbiologie en waterzuivering heeft gestudeerd, naar Breda opdraven om hier zijn ken nis en kunde aan de man te brengen. Toen viel al op wat ook nu nog opvalt daarvan is zelfs over de grenzen getuigdnamelijk dat u vreugde hebt in onderzoek en dat u zich met die vreugde en die kwaliteit ook voortreffelijk kunt uitdrukken; wij hebben dat in de afgelopen jaren ook mogen mee maken In de periode nadat ik u heb leren kennen is mij ook opgevallen dat u op gezette tijden steeds weer terug wilt naar Drenthe, naar de boerderij. Het betekent mijns inziens ook een geweldige ont spanning om op gezette tijden naar het platteland terug te gaan. Ik meen te kunnen zeggen dat u hier zeer werd gewaardeerd. Overigens kwam het wel een en kele keer voor dat zaken voor u zo vanzelfspre kend waren dat u niet kon begrijpen dat een ander die niet begreep. In het algemeen kan dit als een goede eigenschap worden gekwalificeerd. Wanneer een raadslid weg gaat komt de vraag bij je op welke argumenten dat raadslid voor zijn weggaan heeft. In het begin van de jaren '70 was ik betrokken bij de totstandbrenging van een rap port waarin ook die argumenten aan de orde kwamen. Ik herinner mij dat in die tijd een kwart van de raadsleden die eclipseerden vertrokken omdat hun hoofdfunctie en het raadswerk niet meer te vere nigen waren. Ik denk dat die moeilijkheid nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1398