18 AUGUSTUS 1983 1403 met hem gesproken. Een paar jaar geleden ontstond nogal wat op hef over de inrichting van een etalage van het ge meentelijk voorlichtingscentrum, die over lesbi- ische vrouwen ging. Ik werd op een zaterdagnacht om half 5 nog lastig gevallen in verband met de vra gen die daarover waren gesteld. Toch behoort ook dit tot de mooie dingen die je kunt beleven! Het is mij verder opgevallen dat ongelooflijk weinig mensen precies weten hoe de besluitvorming in het kader van het gemeentebestuur en het be stuur van een stad precies in elkaar zitten. Ook in mijn vriendenkring verbaast mij vaak hoe gemak kelijk en eenvoudig men daarover denkt. Ik be schouw dit als een winstpunt dat ik een aantal ja ren in dit bestuur mocht werken. Ik heb in mijn fractie nimmer persoonlijke conflicten meegemaakt, wat het werk ontspannend heeft gemaakt. Verder heb ik binnen de raad het open contact dat we in de wandelgangen hadden als zeer plezierig ervaren. Vervolgens ben ik persoonlijk wat allergisch voor lange debatten over feiten die al zijn ge schied en niet meer kunnen worden veranderd, zoals dat ook vanavond nog heeft plaatsgevonden. Einde loze debatten over niets vind ik een heel erger lijk verschijnsel en ik heb persoonlijk ook de in druk dat die de laatste negen jaar zeer sterk in aantal zijn toegenomen. Men moet en zal kennelijk zijn gelijk zoeken. Ik vind dit niet verstandig en het heeft met politiek ook weinig van doen, want daarbij gaat het om heel andere vraagstukken. Je hoort in de wandelgangen wel eens zeggen dat er tegenwoordig in de raad veel minder wordt gelachen dan vroeger. Met zo'n opmerking zit je toch wel een beetje, aangezien je als raadslid daarvoor mede-verantwoordelijk bent. Tevens is het de vraag hoe je zoiets kunt oplossen, want lachen kun je moeilijk alleen doen; dan moet je minstens met je tweeën zijn, ook als het om binnenpretjes gaat. Ik heb op sommige momenten de indruk dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1403