8 SEPTEMBER 1983 1418 het maatschappelijk werk positief wordt gewaar deerd. Artikel 28 van de Politiewet dit artikel blijft in de nieuwe wet ongewijzigd spreekt be halve over rechtsordehandhaving over hulpverlening aan hen die deze behoeven in relatie tot de rechts ordehandhaving. In die context en in relatie tot het uitgangspunt dat de politie probleemoplossend te werk wil gaan, zullen wij uitbreiding van der gelijke samenwerkingsverbanden waar deze mogelijk is van harte toejuichen. Wij hebben zo'n uitbrei ding eerder bepleit; de notitie die D'66 heeft la ten verschijnen wijst in dezelfde richting. Over het belang van de vrouw bij de politie en over de positie van de wijkagent is tijdens de commissievergaderingen en tijdens het werkbezoek uitvoerig door mijn collega mevrouw Den Ouden ge sproken. Wij volstaan met te herinneren aan het geen zij daaromtrent heeft ingebracht. Vanuit de buitengebieden ook daarover heb ben we eerder gesproken hebben wij diverse sig nalen gekregen waaruit blijkt dat men zeer content is met de huidige wijze van surveilleren. Ook wil len wij graag melding maken van positieve reacties betreffende het functioneren van de wijkagent. Nog enkele concrete vragen. 1Wat gaat het college doen met de aanbeve ling in de nota, strekkend tot het meer betrekken van de politie bij bestuursmaatregelen met betrek king tot de jeugdproblematiek? 2. Hoewel wij geen reden hebben eraan te twijfelen, willen wij toch wel graag weten of de klachtenprocedure bij de gemeentepolitie aan de formele eisen voldoet. 3. Gesproken wordt over het afzien van het opzetten van een regionale criminele inlichtingen dienst. Taalkundig mogen we daar blij om zijn, want het zal wel niet de bedoeling zijn geweest een "criminele inlichtendienstop te zetten, maar naar de inhoudelijke bedoeling is het de vraag of het afzien hiervan consequenties heeft voor de samenwerking in het regionaal bureau voorkoming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1418