141
10 FEBRUARI 1983
liever op een ander moment op deze materie terug
komen
Ingetrokken zijnde maakt de motie geen on
derwerp van beraadslaging meer uit.
De VOORZITTER: Wenst men stemming over het
voorstel van burgemeester en wethouders?
De heer SIMONS: Tijdens de commissievergade
ringen hebben wij al vrij duidelijk gemaakt dat
we ons helemaal niet in dit uitgeklede welzijns-
programma kunnen vinden. Wij zijn dan ook tegen
het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
conform het gewijzigde voorstel van burge
meester en wethouders besloten, onder aante
kening dat de heren De Waal en Simons geacht
willen worden te hebben tegengestemd.
12. bijlage nr. 22.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEP VAN P.
VAN DE RIET TEGEN DE WEIGERING VAN EEN BOUW
VERGUNNING. (W)
De VOORZITTER: Gezien de voorbereiding en
gezien het feit dat bij dit voorstel een persoon
lijk belang in het geding is, is er naar ik meen
alles aan gelegen dat de raad vanavond een uit
spraak doet. Ik zou mij kunnen voorstellen dat we
na alles wat over deze kwestie is gezegd, met
stemming volstaan.
De heer GOOS: Ik ga niet inhoudelijk op de
zaak in en ik volsta met de opmerking dat ik mij
conformeer aan hetgeen ik in de commissie heb ge
zegd. Voorts moet ik mededelen dat is niet
meer dan mijn plicht dat in de C.D.A.-fractie
enige verdeeldheid bestaat die in de stemming tot