1423 8 SEPTEMBER 1983 onze kant zullen wij daarop zeker aansluiten. Het tweede onderwerp is de klachtenbehande ling. U hebt schriftelijk uiteengezet hoe een en ander bij de politie in zijn werk gaat; later zijn we geconfronteerd met een initiatief van het jus titieel klachtenbureau, dat een andere, onafhanke lijker manier van het behandelen van klachten be pleit. Wij hebben vanuit onze opstelling het ini tiatief van het bureau onderschreven en wij zullen er in een later stadium op terugkomen. De heer TAKS: Om te beginnen wil ik in de herinnering roepen dat de V.V.D.-fractie bij de behandeling van de politienota 1981 in de raads vergadering van 19 mei 1981 haar instemming heeft betuigd met het toen door u, mijnheer de voorzit ter, aangekondigde voornemen om de raad door mid del van beleidsnotities meer bij het bepalen van het te voeren politiebeleid te betrekken. Nu naar het zich laat aanzien de raad vanavond voor de laatste keer met u aan de hand van zo'n notitie over het politiebeleid van gedachten wisselt, wil ik namens de V.V.D.-fractie onze bijzondere waar dering uitspreken voor de manier waarop u erin bent geslaagd het juiste evenwicht te vinden tus sen aan de ene kant het wettelijk systeem dat de raad van directe zeggenschap over het politiebe leid uitsluit en aan de andere kant het verlangen van de raad om invloed uit te oefenen op deze overheidstaak, die van zo grote betekenis is voor het welzijn van de burger. Het is nog altijd zo dat in een groot aantal gemeenten in dit land de openheid met betrekking tot politiezaken beperkt blijft tot de commissie, die dan vaak nog in be slotenheid vergadert. In sommige andere gemeenten is men weer zó ver in de andere richting gegaan, dat met miskenning van de wet de schijn wordt ge wekt dat de raad het politiebeleid zou bepalen en de burgemeester zelfs opdrachten zou kunnen mee geven, met alle misverstanden en onduidelijkheid van dien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1423