8 SEPTEMBER 1983 1424 Het gezag over de politie voor wat betreft de handhaving van de openbare orde en het beheer van de politie zijn wettelijke bevoegdheden van de burgemeester. De raad heeft op dat gebied geen en kele beslissingsbevoegdheid. Toch is het van groot belang dat overleg met de raad wordt gevoerd. De raad is immers ook de gemeentelijke volksvertegen woordiging en hij heeft als zodanig zeker de taak om namens de burgerij een oordeel te geven over de te stellen prioriteiten bij de uitoefening van het politiewerk, vooral ten aanzien van het vraagstuk van de ordehandhaving. Het gaat wat dat laatste betreft om de vraag, wanneer en hoe, gezien de plaatselijke situatie, de openbare orde moet wor den gehandhaafd. Onverminderd de beslissingsbe voegdheid van de burgemeester op dit gebied, kan door geregeld en intensief overleg met de gemeen teraad het maatschappelijk draagvlak voor het po litiebeleid worden versterkt en kan meer inhoud worden gegeven aan de controlerende taak van de raad De door u gehanteerde methodiek doet volledig recht aan de positie van de raadzonder dat on duidelijkheid omtrent diens verantwoordelijkheid ontstaat. De raad beïnvloedt op die wijze het be leid zonder in eigenlijke zin mee te beslissen. Het ligt dunkt mij voor de hand, als het aan de V.V.D.-fractie ligt, dat in de profielschets voor de nieuw te benoemen burgemeester uitdrukkelijk zal worden aangedrongen op de bereidheid om voort te gaan op de door u ingeslagen wegzulks met in begrip van de bereidheid om de raad bij de begro tingsbehandeling een nota voor te leggen, zodat hij zich vóór de aanvang van het betrokken jaar over het op het terrein van de politie te voeren beleid kan uitspreken. Het is uiteraard wèl zo dat de raad zich bij het doen van uitspraken strikt moet beperken tot onderdelen van het politiebeleid die tot de bevoegd heid van de burgemeester behoren en waarvoor dus sprake is van een verantwoordingsplicht jegens de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1424