1429
8 SEPTEMBER 1983
fouten van beperkte aard, terwijl die beperkte
fouten niet het gevolg waren van de gegeven richt
lijnen. Er is dus geen andere conclusie mogelijk
dan dat de richtlijnen juist waren, en dus in
overeenstemming met de wet. Wie nu na kennisneming
van deze beschikking blijft beweren dat op 30 ap
ril 1981 aan de politie zou zijn opgedragen al wie
op grond van uiterlijke kenmerken een verdachte
indruk van de straat te plukken en af te voeren
naar het politiebureau, is öf hardleers öf te kwa
der trouw. Vast staat nu onomstotelijk dat het
beleid niet bestond in het preventief aanhouden,
zonder rechtsgrond en dus onrechtmatig, maar dat
de opdracht luidde: in geval van ontdekking op
heterdaad of een redelijk vermoeden van schuld aan
een strafbaar feit over te gaan tot onmiddellijke
aanhouding ter voorkoming van mogelijke verdere
ordeverstoringen. Voor zover achteraf een derge
lijke deugdelijke rechtsgrond voor aanhouding
bleek te ontbreken was dat niet het gevolg van een
bewust gevoerd beleid van preventieve vrijheidsbe
neming, maar van een fout als gevolg van de om
vangrijke taak waar de politie op die dag voor
stond. Ook politiewerk is mensenwerk, hebben wij
in het interpellatiedebat gezegd en het hof zegt
in wezen hetzelfde.
De V.V.D.-fractie handhaaft als haar mening
over het politiebeleid op Koninginnedag 1981 dat
dit beleid juist is geweest, doeltreffend en in
overeenstemming met de wet. Wij voelen ons daarin
nu gesterkt door het oordeel van de rechter. Als
in de toekomst onder soortgelijke omstandigheden
weer vrees voor al dan niet politiek geïnspireerde
ordeverstoringen bestaat, zal naar onze mening op
dezelfde doeltreffende en tegelijk gematigde wijze
moeten worden opgetreden, maar dan nog meer ge
richt op het vermijden van fouten.
Ik heb al gezegd dat de V.V.D.-fractie instemt
met de politienota 1983 en met de door u, mijnheer
de voorzitter, daarbij gehanteerde werkwijze. Tot
slot wil ik namens de V.V.D.-fractie onze waardering