1449
8 SEPTEMBER 1983
nog meer gericht zal moeten zijn op het vermijden i
van fouten. Deze uitspraak spreekt mij het meest
aan. Daarmee is erkend dat de gang van zaken niet
smetteloos is geweest, terwijl er blijdschap in
mijn stem is over de beschikking van het hof. Men-
senwerk was het, mensenwerk blijft het en we moe- 1
ten er dus op uit zijn fouten met alle kracht te c
vermijden. i
De heer De Bruijn heeft een opmerking gemaakt
over de toekomstige sterkte van het korps. Hij zal
inmiddels hebben begrepen dat er in dit opzicht
niet al te veel aanleiding voor optimisme is. a
Op het interne functioneren van de politie, a
aan de orde gesteld door de heer De Werd, zouden 1
we wellicht nog eens kunnen terugkomen. Ik licht z
dit onderwerp er nu maar even uit, zij het dat ik
er hier niet uitgebreid op in kan gaan. i
De heer De Waal is toch altijd wat moeilijker c
te beantwoorden, vooral wanneer hij over geweld en j
slagvaardigheid spreekt en daarbij een volstrekt
onjuiste interpretatie geeft. Ik heb hem iets over
verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid gezegd en
ik hoop dat hij het in de toekomst erg goed zal I
maken, ook in dit opzicht. Het is zaak dat we el- t
kaar weten te verdragen, in welke situatie dan ook. z
De heer De Werd zeg ik toe dat de door hem
genoemde onderwerpen eruit zullen worden gelicht j
en onder de aandacht van de politie zullen worden
gebracht. Misschien zullen ze een rol kunnen spe- c
len bij de opstelling van een volgende nota, die r
naar mag worden verwacht in het begin van het vol- r
gend jaar gestalte zal krijgen. 1
c
De heer HOFSTé: Dank voor uw uitvoerige uit- 1
eenzetting en beantwoording. Ik heb enige concrete s
vragen gesteld die alle zijn beantwoord. Plezierig
vind ik het te vernemen dat u voor het overleg met c
de hoofdofficier van justitie al een concrete da- c
turn hebt. Wij hebben in dit verband nooit aan iets j
anders dan een goed overleg gedacht. Het is niet c
de bedoeling dat er bijvoorbeeld verantwoording j
m