1455
8 SEPTEMBER 1983
houdenhè
De VOORZITTER: Nee, ik vraag of de heer De
Werd nog het woord wenst.
De heer DE WERD: Met betrekking tot de in
terne verslagen van de politie is in de commissie
een suggestie gedaan die zou worden meegenomen,
maar die niet is uitgevoerd. Misschien kan daaro
ver alsnog een uitspraak worden gedaan. Het gaat
dan om interne notities van de dienstcommissies,
waaruit wij enig inzicht in het interne functione
ren zouden kunnen krijgen. In januari is een sug
gestie gedaan, die zou worden meegenomen. Mis
schien kan hierop vanavond of anders de volgende
week alsnog worden gereageerd.
De discussie van zojuist noodzaakt mij heel
in het kort met een enkel woord op de kwestie van
het O.S.L. in te gaan. Ik ben het volledig met de
heer Taks eens dat de raad geen losse discussie
club is die zo maar voor de vuist weg over een
aantal dingen babbelt, maar het is natuurlijk wel
zo dat als criterium voor het toelaten van me
ningsuitingen geldt dat de democratische rechten
en de rechten van de mens door de betrokken orga
nisatie worden geëerbiedigd. Dat is het punt waar
het om gaat. Vervolgens komt dan de vraag aan de
orde, hoe je moet beoordelen welke organisatie
toelaatbaar is. Daaraan is verbonden de vraag, wie
dat moet beoordelen, alsmede de vraag, hoe de be
oordeling in het beleid tot uiting komt. Daar gaat
het naar mijn mening om, en niet zo zeer om het
O.S.L. apart. Je zou het O.S.L. kunnen zien als
een exemplaar van de verschijnselen ten aanzien
waarvan in deze raad beleid moet worden gevoerd.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik ben nog
verplicht ik meen dat vrij kort vóór de pauze
te kunnen doen enige mededelingen te doen en
enige fouten goed te maken.
Inderdaad heb ik zojuist verzuimd in te gaan