1461 8 SEPTEMBER 1983 Het lijkt ons goed dit soort dingen in de toekomst tijdig, bij de kredietaanvrage voor de bouw, te signaleren. We moeten ervoor zorgen dat we niet voortdurend achterop lopen en dat we inzicht heb ben in alle kosten die met een bouwplan gemoeid zijn. Wethouder WELSCHEN: Zonder dat bij mij de bereidheid om de heer De Bruijn te antwoorden ont breekt, wijs ik erop dat het geheel redelijk com plex is. Wanneer op een gegeven ogenblik wordt ge zocht naar mogelijkheden om in een jarenlange overlegsituatie met diverse partners tot een in vulling van woningbouwplannen te komen, kunnen si tuaties zoals er hier één ligt zich voordoen, in een soort totaaldeal die Breda dan met de partners heeft. Bij dit voorstel wordt de raad met een ne gatief element daaruit geconfronteerd; soms zitten er ook positieve elementen in het geheel. Ik denk dat je deze dingen niet allemaal van tevoren vol ledig kunt regelen. Voor zover ik de overlegsitu aties, bijvoorbeeld over deze binnenterreinen, heb meegemaakt, heb ik gemerkt hoe de gang van zaken is. Op een gegeven ogenblik moet een zaak worden afgewerkt, je gaat dan na wat in het verleden door allerlei participanten al is bijgedragen en er komt vervolgens een moment waarop één van de bij dragende participanten zegt: "Voor ons is het nu stop." Dit betekent niet dat dan verder nooit meer over binnenterreinen in andere plannen te praten zou zijn. Ik denk dat wij voldoende weten hoe de problematiek ligt en dat wij daarover ook verder met de h.i.d. zullen praten, maar de situatie is op het ogenblik niet zo dat ik de heer Bruijn pre cies kan vertellen hoe het in de toekomst zal gaan en wat het beleid ten aanzien van binnenterreinen in de praktijk zal blijken te zijn. Wat onze in tentie betreft: wij willen de binnenterreinen bij de woningbouwverenigingen leggen. Zoals uit het voorstel blijkt heeft die wens voor ons ook ten aanzien van de onderhavige binnenterreinen voorop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1461