1469
8 SEPTEMBER 1983
kort te kunnen zijn. Amper twee dagen geleden, on
geveer om dezelfde tijd, is het voorstel voor de
tweede maal ter discussie geweest in de commissie
wonen. Nadat stukken waar om was gevraagd ter vi
sie waren gelegd, kon een wat uitvoeriger discus
sie plaatsvinden. Voor wie de stukken heeft door
genomen zijn in de commissie gedane uitspraken in
de zin van "ongehoord" en "het rammelt aan alle
kanten" begrijpelijk. De gang van zaken is niet
geweest zoals hij had moeten zijn. Dat klinkt mis
schien wat zachtermaar we bedoelen natuurlijk
wèl hetzelfde. De ambtenaren, in de commissie aan
wezig, zullen duidelijk hebben begrepen dat de
dingen verkeerd zijn gelopen. De briefwisseling,
ook onderling tussen de ambtenaren, heeft ons
enigszins verwonderd. Als dan het voorstel naar
ons toekomt, waarbij we proberen elkaar te vinden,
dan kunnen we zeggen ik meen dat dat de slot
conclusie van de grote meerderheid van de commis
sie wonen was dat er een streep onder moet wor
den gezet en dat de zaken moeten kunnen worden af
gewerkt. Namens mijn fractie kan ik tegen die ach
tergrond zeggen dat het voorstel onze instemming
heeft. Een herhaling van wat afgelopen dinsdag
moest gebeuren lijkt ons overigens niet juist; wij
van onze kant willen er zeker niet aan meewerken.
Wij stemmen met dit voorstel in, hopende dat con
tracten de volgende keren op een juiste manier zul
len worden gehanteerd.
De heer BOKKELKAMP: Ik zal waarschijnlijk wat
langer van stof zijn dan de heer Goos; de reden
daarvan zal uit het vervolg van mijn betoog blij
ken.
Ten aanzien van de in bijlage nr. 326 gesig
naleerde problematiek en de oorzaken hiervan past
slechts één woord: "knullig". Hopelijk excuseert
men mij voor dit seksistische woord, dat misschien
aan een negatief manbeeld appelleert, maar lang
nadenken heeft mij toch niet op een ander woord
doen komen.