1488 22 SEPTEMBER 1983 HEER F.L.M. RÖMKENS, MEVROUW J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL, DE HEREN R.G.P. SANDBERG, A.C.M. SI MONS, J.P.W.A.A.M. TAKS, W.F. VAN TOL, J.G.W. DE WAAL, R.W. WELSCHEN en J.E. DE WERD, MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA en DE HEER J.A. VAN DEN WIJN GAARD. AFWEZIG: DE HEREN C.G. BERKHOUT, J.L. BOKKELKAMP, G.J. DAMMER en J.P.A. VAN DUN, MEVROUW E. PLES DE HEREN H.A. MARTENS, H.A. SCHURING en A.W.M. DE ZWART. Voorzitter: DE HEER W.J.L.J. MERKX, burge meester. Secretaris: DE HEER J.P.A. VAN DEN DAM, ge meentesecretaris De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 19 van het reglement van orde voor de ver gaderingen van de gemeenteraad. Hij spreekt hierna als volgt. Dames en heren, ik heb u een achttal berich ten van verhindering te melden. Deze betreffen de heren Berkhout, Bokkelkamp, De Zwart, Dammer, Van Dun, Schuring en Martens en mevrouw Pies. 1. INGEKOMEN STUKKEN. A. ter kennisneming onder mededeling, dat de stukken door de zorg van het college van burgemeester en wethouders of de burgemees ter zullen worden afgedaan. 1Een aan de gemeenteraad gerichte klacht over een optreden van de Bredase gemeen tepolitie De heer CRUL: Wij hebben u in de commissie algemene zaken gevraagd dit specifieke geval in de commissie aan de orde te stellen, in de commissie -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1488