1496 22 SEPTEMBER 1983 Zodra de resultaten van dit onderzoek bekend zul len zijn, zullen wij ons nader beraden over even tuele naar aanleiding daarvan te ondernemen stap pen. Vraag 4. Is het college bereid om via instemming van de raad stappen te ondernemen om tot een verlaging van individuele vergoedingen van raadsleden te komen? ANTWOORD Ingevolge de bij raadsbesluit van 22 maart 1977 (bijlage 116) vastgestelde verordening "regeling vergoeding raadsleden c.a." ontvangen de raadsle den, die geen wethouder zijn, per kalenderjaar: a. een vergoeding voor hun werkzaamheden ter grootte van 80% van het ingevolge het daarop betrekking hebbende koninklijk besluit ten hoogste toegelaten bedrag; b. een tegemoetkoming in de kosten ter grootte van het ingevolge het daarop betrekking hebbende koninklijk besluit ten hoogste toegelaten be drag. Voor 1983 komt deze regeling per raadslid uit op de volgende bedragen: ad a.vergoeding ten bedrage van 1.493,13 per maand ad b.tegemoetkoming ten bedrage van 3.280, per jaar. Ingevolge het bedoelde koninklijk besluit wordt aan de raadsleden een vergoeding voor hun werk zaamheden en een tegemoetkoming in de kosten toe gekend tot de maximum-bedragenopgenomen in ta bel I behorende bij dit besluit. Deze bedragen zijn geïndexeerd en worden aan de hand daarvan jaarlijks door de minister van binnenlandse zaken herzien. Bij onze voorbereidingen ten behoeve van het opstellen van de concept-begroting voor 1984

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1496