22 SEPTEMBER 1983 1497 gaan wij er vanuit, dat genoemde minister bij het toepassen van die indexen tot een "bevriezing" van bovengenoemde bedragen zal kunnen komen. De gemeenteraad kan in zijn verordening van de be dragen in het genoemde tabel afwijken naar beneden tot een maximum van 20%. Zoals uit het voorgaande blijkt, is deze afwijking voor wat betreft de ver goeding toegepast. Wij hebben overigens tegen de achtergrond van de uitvoerige discussies hierover in de op 17 februa ri jl. gehouden raadsvergadering thans geen be hoefte om op een en ander nader terug te komen. Vraag 5 Kan het college vooruitlopend op de effectuering van de antwoorden op de vragen 1 tot en met 4 reeds aangeven hoe het oordeelt over de vergoedingen van bestuursleden van woningbouwverenigingen en of het redenen ziet en eventueel mogelijkheden heeft om in te grijpen? ANTWOORD Er geldt met betrekking tot vergoedingen aan be stuursleden van woningbouwverenigingen als bijzon der voorschrift, dat zij uit hoofde van hun func tie geen geldelijk voordeel mogen genieten, behou dens een redelijke vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen. Dit voorschrift sluit evenwel niet uit, dat er tussen het bestuurslid en de wo ningbouwvereniging enigerlei arbeidsovereenkomst kan bestaan. In dat geval mag aan dat bestuurslid niet meer dan een redelijke honorering worden ver strekt. Wanneer die bedoelde redelijkheid wordt overschreden, kan de minister van volkshuisvesting c.a. aan de betreffende woningbouwvereniging een aanwijzing geven. Deze aanwijzing zal dan moeten worden nagekomen op straffe van het verlies van de status van toegelaten instelling. Een en ander

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1497