17 FEBRUARI 1983
149
De heer SCHURING: Het is natuurlijk niet de
bedoeling dat we in de raadsvergaderingen de com
missieberaadslagingen uitgebreid gaan herkauwen,
maar in dit geval gaat het om een onderwerp dat
voor de C.D.A.-fractie van groot principieel be
lang is. Daarom wil ik er heel kort iets over zeg
gen. Wij hebben bij de discussies van 18 en 19 mei
1982 hierover uitgebreid gesproken. In het kader
van de HUG-operatie is toen een principebesluit
genomen waarmee de C.D.A.-fractie zoals men weet
niet blij was. Het nu ter tafel liggende voorstel
betreft een uitvoeringsbesluit dat uit het des
tijds genomen principebesluit voortvloeit. Naar
onze mening is het een kwestie van goed bestuur
dat een uitvoeringsbesluit eenvoudigweg wordt ge
toetst aan hetgeen ten principale is besloten. Wij
gaan met het uitvoeringsbesluit dus akkoord, maar,
nogmaals: wij zijn er niet blij mee, want onze
overtuiging is uiteraard sinds mei niet veranderd.
Wij achten het godsdienstonderwijs en de mogelijk
heid van humanistische vorming bij het openbaar
onderwijs van groot belang voor de jeugd. De maat
regel die nu wordt genomen, komt naar onze mening
neer op een verlies voor het onderwijs. Aan de
raad wordt bij dit agendapunt gevraagd in te stem
men met een vreugdeloos besluit, maar wij hopen op
betere tijden en wij hopen dat een verdere afbouw
niet zal plaatsvinden. Met deze kanttekeningen
zullen wij ons zonder vreugde in het te nemen be
sluit schikken.
De heer DE WAAL: Ook voor ons heeft dit punt
een principieel karakter, zij het dat het voor ons
iets anders ligt dan voor het C.D.A. Wij vinden
namelijk dat godsdienstonderwijs niet door de
staat moet worden gesubsidieerd en hoewel dit
voorstel in de richting gaat van wat wij juist
achten een afbouw van subsidiëring van het
godsdienstonderwijs zijn wij genoodzaakt er te
gen te stemmen, omdat het toch nog inhoudt dat
godsdienstonderwijs wordt gesubsidieerd. Er is wat